Rood guichelheil - Anagallis arvensis subsp. arvensis
Rood guichelheil - Anagallis arvensis subsp. arvensis
Specificaties
Bestuiving/nectar: | Hommels, Vlinders, bijen, zweefvliegen |
---|---|
Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september, oktober |
Bloeitijd beginmaand: | mei |
Bloeitijd eindmaand: | oktober |
Bloemkleur: | Rood |
Geschikt voor: | Zaden voor historische akkers |
Grondsoort: | zand |
Grondvoorkeur: | Algemene gemiddelde grond, Lichte grond |
Hoogte tot: | 50 |
Hoogte van: | 5 |
Inheems/uitheems: | Inheems in Nederland |
Levensduur: | Eenjarige plant |
Licht: | zonnige plek |
Natuurlijke groeiplaatsen: | Akker, Duinen, Verstoorde grond |
Vocht: | vochtig |
Voedselrijkdom: | niet te arme grond |
Specifieke instructies zaaien en verzorging
De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5°C) de kiemrust. Hoe lang zo’n periode moet zijn, is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5°C verlengen de periode, omdat het proces dan stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode. De kieming kan soms wat langer op zich laten wachten.Algemene verzorginstructies
De zaden kiemen onregelmatig en vaak over een lange periode. Bij slechte kieming kan een periode van kou (onder 5°C) ervoor zorgen dat de zaden alsnog kiemen. Dit is een soort waarbij geduld vereist is en waarvan het zaaisel zeker niet te vroeg moet worden weggedaan.
Specificaties
Bestuiving/nectar: | Hommels, Vlinders, bijen, zweefvliegen |
---|---|
Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september, oktober |
Bloeitijd beginmaand: | mei |
Bloeitijd eindmaand: | oktober |
Bloemkleur: | Rood |
Geschikt voor: | Zaden voor historische akkers |
Grondsoort: | zand |
Grondvoorkeur: | Algemene gemiddelde grond, Lichte grond |
Hoogte tot: | 50 |
Hoogte van: | 5 |
Inheems/uitheems: | Inheems in Nederland |
Levensduur: | Eenjarige plant |
Licht: | zonnige plek |
Natuurlijke groeiplaatsen: | Akker, Duinen, Verstoorde grond |
Vocht: | vochtig |
Voedselrijkdom: | niet te arme grond |
Specifieke instructies zaaien en verzorging
De zaden van deze koudekiemer moeten eerst vocht op kunnen nemen in een warme periode (2 tot 5 weken). Daarna doorbreekt een periode van kou (tussen +5 tot -5°C) de kiemrust. Hoe lang zo’n periode moet zijn, is per soort verschillend. Temperaturen lager dan -5°C verlengen de periode, omdat het proces dan stil staat. De natuurlijke winteromstandigheden zijn meestal het meest effectief voor het doorbreken van de kiemrustperiode. De kieming kan soms wat langer op zich laten wachten.Algemene verzorginstructies
De zaden kiemen onregelmatig en vaak over een lange periode. Bij slechte kieming kan een periode van kou (onder 5°C) ervoor zorgen dat de zaden alsnog kiemen. Dit is een soort waarbij geduld vereist is en waarvan het zaaisel zeker niet te vroeg moet worden weggedaan.