Ga naar de hoofdinhoud Ga naar de zoekopdracht Ga naar de hoofdnavigatie

Dankzij jou bloeit de natuur! Onze wildebloemenzaden en inheemse planten vliegen de deur uit en dat is geweldig nieuws voor de biodiversiteit. We werken met man en macht om alle bestellingen zo snel mogelijk te verwerken, maar het zal iets langer duren voordat je pakketje aankomt. Weet dat jouw geduld bijdraagt aan een groenere wereld.

Deze lage soort is behoorlijk algemeen in Nederland te vinden op schrale bodems en is weinig selectief voor wat betreft de zuurgraad. Je vindt hem dan ook van kalkhellingen tot hei schrale, zure zand- en veengronden waar ze doormiddel van uitlopers hele plakaten kan vormen. De oude wetenschappelijk naam van Muizenoor is Hieracium pilosella. 

Achtergronden: Muizenoor kan zich voortplanten zonder bevruchting (apomixie). De soort kruist makkelijk met andere soorten van het ondergeslacht Pilosella (zoals Weidehavikskruid (Hieracium caespitosum), Oranje havikskruid (hieracium-aurantiacum) en Spits havikskruid (Hieracium lactucella)). Dit proces levert planten op met vertakte bloeiwijzen. Door terugkruisingen met een van de oudersoorten ontstaan vrijwel ondetermineerbare planten.

Je kunt er vele bestuivers op vinden. Zo is Muizenoor de waardplant van de veldparelmoervlinder en diverse nachtvlinders, de drachtplant van de kleine en grote roetbij, pluimvoetbij en texelse zandbij en nectarplant voor verschillende bijen, vliegen en vlinders.

Specificaties

Bestuiving/nectar: Hommels, Vlinders, bijen, zweefvliegen
Bloeimaanden: mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: november
Bloemkleur: Geel
Eigenschappen: Heemplanten
Geschikt voor: Voor in pot en plantenbak
Grondsoort: zand
Grondvoorkeur: Algemene gemiddelde grond, Lichte grond
Hoogte tot: 30
Hoogte van: -
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Vaste plant
Licht: zonnige plek
Natuurlijke groeiplaatsen: Grasland, Helling
Vocht: droog, vochtig

Specifieke instructies zaaien en verzorging

Deze zaden kiemen snel als het gelijkmatig vochtig blijft (niet te nat!) bij een temperatuur van 20°C. De zaden licht afdekken (nooit dikker dan de zaaddikte) en de fijnste zaden niet afdekken en alleen licht aandrukken en voorzichtig nat maken met bijvoorbeeld een plantenspuit of gieter.

Algemene verzorginstructies

Deze lage soort is behoorlijk algemeen in Nederland te vinden op schrale bodems en is weinig selectief voor wat betreft de zuurgraad. Je vindt hem dan ook van kalkhellingen tot hei schrale, zure zand- en veengronden waar ze doormiddel van uitlopers hele plakaten kan vormen. De oude wetenschappelijk naam van Muizenoor is Hieracium pilosella. 

Achtergronden: Muizenoor kan zich voortplanten zonder bevruchting (apomixie). De soort kruist makkelijk met andere soorten van het ondergeslacht Pilosella (zoals Weidehavikskruid (Hieracium caespitosum), Oranje havikskruid (hieracium-aurantiacum) en Spits havikskruid (Hieracium lactucella)). Dit proces levert planten op met vertakte bloeiwijzen. Door terugkruisingen met een van de oudersoorten ontstaan vrijwel ondetermineerbare planten.

Je kunt er vele bestuivers op vinden. Zo is Muizenoor de waardplant van de veldparelmoervlinder en diverse nachtvlinders, de drachtplant van de kleine en grote roetbij, pluimvoetbij en texelse zandbij en nectarplant voor verschillende bijen, vliegen en vlinders.

Specificaties

Bestuiving/nectar: Hommels, Vlinders, bijen, zweefvliegen
Bloeimaanden: mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november
Bloeitijd beginmaand: mei
Bloeitijd eindmaand: november
Bloemkleur: Geel
Eigenschappen: Heemplanten
Geschikt voor: Voor in pot en plantenbak
Grondsoort: zand
Grondvoorkeur: Algemene gemiddelde grond, Lichte grond
Hoogte tot: 30
Hoogte van: -
Inheems/uitheems: Inheems in Nederland
Levensduur: Vaste plant
Licht: zonnige plek
Natuurlijke groeiplaatsen: Grasland, Helling
Vocht: droog, vochtig

Specifieke instructies zaaien en verzorging

Deze zaden kiemen snel als het gelijkmatig vochtig blijft (niet te nat!) bij een temperatuur van 20°C. De zaden licht afdekken (nooit dikker dan de zaaddikte) en de fijnste zaden niet afdekken en alleen licht aandrukken en voorzichtig nat maken met bijvoorbeeld een plantenspuit of gieter.

Algemene verzorginstructies