Koester de paardenbloem!

Koester de Paardenbloem!

Op zondag 27 april 2025 is het de Dag van de Paardenbloem. Op deze dag wordt de paardenbloem uit het verdomhoekje gehaald en op een sokkel gezet, zodat mensen beseffen hoe belangrijk paardenbloemen zijn voor de biodiversiteit. Ook wordt dan de Veldgids Paardenbloemen van Karst Meijer en Erik van den Ham gepresenteerd. Waarom verdienen paardenbloemen een ereplaats? We vroegen het Karst Meijer, de paardenbloemenspecialist van Nederland.
Paardenbloemen lijken zo gewoon, maar in de nieuwe Veldgids worden wel 200 verschillende soorten beschreven. Volgens Meijer bestaan er zelfs meer dan duizend soorten in Nederland. Meijer: ‘Elk gebied heeft zijn eigen paardenbloemenflora. Het noorden van Friesland heeft een heel andere paardenbloemenflora dan het zuiden van Friesland. En ook in Zuid-Holland of Limburg komen weer heel andere soorten voor. Het verschilt per regio.’
Essentieel voor biodiversiteit
Paardenbloemen zijn essentieel voor de biodiversiteit. Sommige soorten bloeien al vroeg in het seizoen, als er nog niet zoveel andere inheemse bloeiers zijn, en zijn daarom een welkome soort voor vroege bijen en andere insecten die nectar en stuifmeel nodig hebben. ‘Er komen wel meer dan 130 wilde bijen op paardenbloemen af. Ook weidevogels hebben voor hun nageslacht baat bij paardenbloemen. Juist op het moment dat paardenbloemen volop in bloei staan, komen de weidevogelkuikens uit het ei, die voor hun overleving afhankelijk zijn van de insecten die op paardenbloemen afkomen. Als de insecten er niet zijn, dan verhongeren en verzwakken ze, en worden ze een makkelijke prooi voor andere dieren.’


Er is niet één paardenbloem
‘Dat er zoveel soorten paardenbloemen zijn, heeft te maken met ‘apomixis’, voortplanting zónder bevruchting van eicellen en stuifmeel. Paardenbloemen planten zich dus voort door zich te klonen en zijn dus identiek aan de moederplant. Daardoor zijn er grote groepen paardenbloemen die genetisch nauwelijks en morfologisch weinig van elkaar verschillen. Dit zien we ook bij havikskruiden, bramen en vrouwenmantel.’
De vele soorten paardenbloemen zijn ontstaan toen de ijstijd kwam. Door de ijstijd zijn de paardenbloemen in het Noorden uitgestorven. Toen het ijs zich terugtrok konden de soorten in het Zuiden zich door de zaadpluizen snel naar het Noorden verplaatsen. Ze kwamen daar terecht in een gebied waar nog geen bestuivers waren. Daardoor zou de aanpassing ontstaan zijn om zich te kunnen voorplanten zonder bestuiving. Naast klonen trad er ook seksuele voortplanting op. Dat leverde bastaarden op met een nieuwe mix van genetisch materiaal en nieuwe eigenschappen. Deze bastaarden konden overleven in het koude, kale gebied omdat ze niet van bestuivers afhankelijk waren.
‘De verschillen tussen de soorten is vergelijkbaar met andere planten. Denk aan de beharing, de kleur van het bladsteel, de zijlobben, de betanding, et cetera. Er zijn allerlei kenmerken die de soort bepalen. We hebben daarom nieuwe determinatiesleutels ontwikkeld om tot een goede herkenning te komen.’



Achteruitgang van paardenbloemen
‘Helaas is er sprake van een forse achteruitgang van paardenbloemen. Toen ik in april van de jaren ’70 met mijn ouders Friesland in ging, dan kleurden alle velden geel van paardenbloemen. Nu zie je alleen maar groen. Ik vermoed dat we sindsdien zo’n 80 procent van de diversiteit aan paardenbloemen kwijt zijn geraakt.’
De meeste mensen zien paardenbloemen nog altijd als onkruid en willen ze weg hebben. Dat is waarschijnlijk begonnen in het boerenland, waar men een goede grasopbrengst wilde hebben. Paardenbloemen pasten daar niet in. Van de 60 of 70 soorten die daar voorkwamen, resteren er nu nog 1 of 2. Maar ook wil men geen wortelrozetten van paardenbloemen in de tuin hebben. Dat vinden ze storend. Een Nederlands gazon hoort strak en netjes te zijn.
‘We hebben tien secties van paardenbloemen in Nederland. Eén sectie daarvan, de moeraspaardenbloemen, staat sterk onder druk en komt alleen voor in een specifiek milieu, waar ook andere bijzondere soorten staan. We zouden deze secties moeten koesteren.’
Stoppen met intensief maaien
‘Als we paardenbloemen willen behouden, dan zullen we gedurende het jaar minder intensief moeten maaien. Er zijn paardenbloemen die heel vroeg bloeien, zoals de gestreepte haakpaardenbloem, maar er zijn ook paardenbloemen die pas in mei gaan bloeien, zoals de schraallandpaardenbloemen. Er is dus ook een groot verschil in bloeitijden tussen de soorten en ze leveren dus ook allemaal een unieke bijdrage aan de biodiversiteit.
Als je schraallandpaardenbloemen aantreft, dan geeft dat ook de waarde van het gebied aan. Deze paardenbloemen groeien op heel oud, schraal land. Dat soort gebieden zijn tegenwoordig zeldzaam en daarmee ook waardevol in Nederland.’
Evolutionaire veranderingen
‘We gaan in de komende periode meer kijken in de stedelijke gebieden. Daar gaan de evolutionaire veranderingen veel sneller, omdat paardenbloemen daar onderhevig zijn aan allerlei prikkels, zoals wateroverlast, hittestress en dergelijke. Er zijn nu stedelijke soorten die zich heel goed kunnen handhaven tussen stoeptegels, waar de omstandigheden vaak droog en warm zijn. Alleen de geschikte soorten kunnen er zich vestigen.’
Paardenbloemen hebben een hoge ecologische waarde en zijn onmisbaar in onze natuur. Maar omdat er zoveel soorten zijn, met specifieke lokale kenmerken, hebben we besloten om geen paardenbloemen meer in de meeste van onze mengsels op te nemen. Wil je wel paardenbloemen in je tuin, in je berm of in je veld? Neem het advies van Karst dan ter harte en maai minder intensief en verzamel zaadpluizen in je buurt.