Wilde plant in het zonnetje - Hazenpootje
Anouk Boersma, medewerker Collectiebeheer bij Cruydt-Hoeck, houdt zich achter de schermen bezig met het onderzoeken en verfijnen van de opkweek van onze kleinschalige teelten en zeldzame bronpopulaties. In haar maandelijkse blog vertelt ze over die ene bijzondere wilde plant en hoe u die succesvol op kan kweken.
Een van de schattigste planten uit ons sortiment wat mij betreft: het Hazenpootje, ofwel Trifolium arvense, een eenjarige klaversoort. Zodra je de fluweelzachte, grijswitte bloeiwijze ziet, begrijp je waarom we hem het Hazenpootje noemen. De donzige beharing van de cilindervormige bloemhoofdjes helpen bij de verspreiding van de vruchten, zoals we dat ook wel van composieten kennen, bijvoorbeeld de Paardenbloem.
Het Hazenpootje houdt van zon en groeit voornamelijk op zure tot kalkarme zandgronden. Hij kan goed tegen verstoring en staat vaak op redelijk schrale, open plekken in begraasde vegetatie, bermen en braakliggende akkers. Een zoemende liefhebber van het Hazenpootje is de Donkere zijdebij en in Zuid-Holland en Limburg maakt de zeldzame snuitkever, Tychius polylineatus, gallen aan de stengeltoppen van het Hazenpootje, waar ze zich veilig kunnen verpoppen.
Zodra de zaden van Trifolium arvense in kiemrust gaan, kunnen ze lang bewaard worden. Een Franse onderzoeker ondervond dat bijna een kwart van 70 jaar oude zaden uit een antiek herbarium zich nog tot een gezond kiemplantje wist te ontwikkelen! De zaden hebben een harde zaadhuid, waardoor het vaak even duurt voordat deze is afgebroken. Bij Cruydt-Hoeck zaaien wij deze soort daarom al in de wintermaanden in zaaitrays voor, zodat hij alle tijd krijgt om te ontkiemen en in april klaar is om het land op te gaan. Mocht je zelf liever direct in de volle grond zaaien, dan kun je dit het best doen in de nazomer of de herfst.
Een van de schattigste planten uit ons sortiment wat mij betreft: het Hazenpootje, ofwel Trifolium arvense, een eenjarige klaversoort. Zodra je de fluweelzachte, grijswitte bloeiwijze ziet, begrijp je waarom we hem het Hazenpootje noemen. De donzige beharing van de cilindervormige bloemhoofdjes helpen bij de verspreiding van de vruchten, zoals we dat ook wel van composieten kennen, bijvoorbeeld de Paardenbloem.
Het Hazenpootje houdt van zon en groeit voornamelijk op zure tot kalkarme zandgronden. Hij kan goed tegen verstoring en staat vaak op redelijk schrale, open plekken in begraasde vegetatie, bermen en braakliggende akkers. Een zoemende liefhebber van het Hazenpootje is de Donkere zijdebij en in Zuid-Holland en Limburg maakt de zeldzame snuitkever, Tychius polylineatus, gallen aan de stengeltoppen van het Hazenpootje, waar ze zich veilig kunnen verpoppen.
Zodra de zaden van Trifolium arvense in kiemrust gaan, kunnen ze lang bewaard worden. Een Franse onderzoeker ondervond dat bijna een kwart van 70 jaar oude zaden uit een antiek herbarium zich nog tot een gezond kiemplantje wist te ontwikkelen! De zaden hebben een harde zaadhuid, waardoor het vaak even duurt voordat deze is afgebroken. Bij Cruydt-Hoeck zaaien wij deze soort daarom al in de wintermaanden in zaaitrays voor, zodat hij alle tijd krijgt om te ontkiemen en in april klaar is om het land op te gaan. Mocht je zelf liever direct in de volle grond zaaien, dan kun je dit het best doen in de nazomer of de herfst.