Wilde plant in het zonnetje - Duifkruid
Anouk Boersma, medewerker Collectiebeheer bij Cruydt-Hoeck, houdt zich achter de schermen bezig met het onderzoeken en verfijnen van de opkweek van onze kleinschalige teelten en zeldzame bronpopulaties. In haar maandelijkse blog vertelt ze over die ene bijzondere wilde plant en hoe u die succesvol op kan kweken.
‘Ik wil deze rubriek aftrappen met Duifkruid (Scabiosa columbaria). Een van mijn persoonlijke favorieten! De bloei is echt prachtig, met een licht paarse bloem die een zachte en wat tere uitstraling heeft. Maar dat is schijn; ze is een uitbundige en lange bloeier. In het wild spotten is lastig; deze plant is zeldzaam en beperkt zich tot droge, kalkrijke stukken grond in Zuid-Limburg en langs de oostgrens van Nederland. Helaas heeft ze het erg moeilijk in ons land. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de verzuring van de bodem, wat ervoor zorgt dat onze kalkgraslanden verdwijnen.
Duifkruid is tegenwoordig onderdeel van de Kamperfoeliefamilie. De bloem lijkt veel op Beemdkroon (Knautia arvensis), maar is wat ijler en heeft donkere haren op de kelk. De bloemhoofdjes maken veel nectar aan. Vlinders, bijen (waaronder de zeldzame knautiabij!) en zweefvliegen maken hier gretig gebruik van. Volop gezoem dus, rondom deze plant!
Hoe kweek je deze plant op?
Om Duifkruid zelf op te kweken heb je warmte en licht nodig; hij ontkiemt het beste in temperaturen van ongeveer 20 °C. Probeer zure grond te vermijden, want dit onderbreekt het ontkiemingsmechanisme. Over het algemeen kan de kieming wat traag en onregelmatig zijn, maar tijdens de afgelopen ongebruikelijk warme septembermaand kiemde deze soort nog met veel succes in onze eigen kwekerijkas. Tot mijn vreugde kwamen binnen één week de eerste 70 heldergroene blaadjes tevoorschijn. Nog een week later waren alle zaden ontkiemd! Nu hebben de kiemplantjes zon en ruimte nodig om zich verder te ontwikkelen. We maken dus nog even dankbaar gebruik van de warme nazomer, zodat Duifkruid en vele anderen soorten lekker kunnen groeien en sterk de winter in gaan.’
Duifkruid is tegenwoordig onderdeel van de Kamperfoeliefamilie. De bloem lijkt veel op Beemdkroon (Knautia arvensis), maar is wat ijler en heeft donkere haren op de kelk. De bloemhoofdjes maken veel nectar aan. Vlinders, bijen (waaronder de zeldzame knautiabij!) en zweefvliegen maken hier gretig gebruik van. Volop gezoem dus, rondom deze plant!
Hoe kweek je deze plant op?
Om Duifkruid zelf op te kweken heb je warmte en licht nodig; hij ontkiemt het beste in temperaturen van ongeveer 20 °C. Probeer zure grond te vermijden, want dit onderbreekt het ontkiemingsmechanisme. Over het algemeen kan de kieming wat traag en onregelmatig zijn, maar tijdens de afgelopen ongebruikelijk warme septembermaand kiemde deze soort nog met veel succes in onze eigen kwekerijkas. Tot mijn vreugde kwamen binnen één week de eerste 70 heldergroene blaadjes tevoorschijn. Nog een week later waren alle zaden ontkiemd! Nu hebben de kiemplantjes zon en ruimte nodig om zich verder te ontwikkelen. We maken dus nog even dankbaar gebruik van de warme nazomer, zodat Duifkruid en vele anderen soorten lekker kunnen groeien en sterk de winter in gaan.’