Wat voor grond heeft u in uw achtertuin?
Een levende bodem vol wormen, bacteriën en schimmels voedt planten en houdt water voor ze vast of voert het juist af. De bodem is de basis van iedere bloemenweide. De samenstelling van de grond bepaalt daarnaast welke wilde planten er graag groeien en welke niet. Cruydt-Hoeck stelt met zorg zaadmengsels samen voor iedere grondsoort: voor kalkrijke leemgrond, arme zandgrond of voedselrijke kleigrond. Met een eenvoudige bodemtest zoekt u met behulp van de mengselwijzer zelf uit welk zaadmengsel geschikt is voor uw tuin!
Wat heeft u nodig?
- Een tuinschepje
- Een grote glazen pot
- Een theelepeltje afwasmiddel
Stap 1: Schep tot ongeveer 15 centimeter diep, grond uit uw achtertuin. Vul een grote pot voor de helft met de grond. Haal plantenresten of kiezelsteentjes eruit.
Stap 2: Vul de pot met water tot onder de rand èn voeg een theelepeltje afwasmiddel toe. Schudden maar!
Stap 3: Nu laat u de pot 24 uur rusten. De verschillende grondsoorten zakken dan een voor een naar beneden.
Stap 4: Analyse van de grond. De drie meest voorkomende grondsoorten in de Nederlandse tuinen zijn zand, leem en klei. De zwaarste korrels zakken als eerste naar beneden: dit zijn de zandkorrels. Op de bodem van de pot ziet u daarom een zandlaag. Daar bovenop volgt een laag leem (indien aanwezig in de grond) en daar bovenop vormt zich een kleilaag. Als laatste zakken de dode plantenresten, ook wel organische stof genoemd, naar beneden. Reken uit aan de hand van de dikte van de lagen in de pot, hoeveel % van elke grondsoort vertegenwoordigt is.
Zand
Grond die voor minstens 50% uit zand bestaat wordt als zodanig geclassificeerd. Zandgrond is over het algemeen erg los, is licht van kleur en bestaat uit relatief grote korrels. Er zijn verschillende soorten zandgrond zoals veengrond, vaaggrond en eerdgrond.
Leem
De tweede grondsoort is leemgrond. Deze grond is te herkennen aan de geelrode kleur en is iets fijner en compacter dan zand, waardoor water en voedingsstoffen beter vast gehouden kunnen worden.
Klei
De kleideeltjes zakken als laatste naar beneden in de pot, omdat kleigrond uit heel fijne korrels bestaat. Wanneer meer dan 25% van de grond bestaat uit zulke minuscuul kleine korreltjes, wordt een grond al bestempeld als kleigrond. Kleigrond is compact en kan water en voedingsstoffen goed vasthouden. Het bodemleven is vaak minder actief.
Organische stof
Gezonde grond bevat ongeveer voor 5% uit organische stof. Dit is goed voor het bodemleven en het vocht- en mineraalvasthoudend vermogen van de grond.
Het geheugen van de bodem
De bodem heeft een geheugen als die van een olifant. Wat er in het verleden op een plek gebeurt is wordt door de bodem niet snel vergeten en is nog lang terug te zien in de plantengroei. Probeer dus naast de juiste grondsoort ook het bodemverleden te achterhalen (bemesting, zware machines die verdichting hebben veroorzaakt, is er afval of puin begraven). Soms is het nodig om de bodem te herstellen. Dit kost vaak tijd, maar uiteindelijk zal de bodem tot rust komen bij een goede verzorging. Dit houdt in: enkel oppervlakkige bodembewerking, bemesting met enkel organische stof en kiezen voor planten met een diepe beworteling zodat verschillende bodemlagen weer met elkaar kunnen ‘communiceren’.