Tuinvogeltelling 2025
Wij waren nieuwsgierig naar de aantallen en soorten vogels die in onze tuin voorkomen, daarom telde het team van Cruydt-Hoeck ook mee met de Nationale Tuinvogeltelling. De Nationale Tuinvogeltelling, georganiseerd door Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland, is het grootste burgeronderzoek van Nederland. Het levert een momentopname van de aantallen en soorten vogels die in Nederlandse tuinen aanwezig zijn.
Diegene die weleens op onze Open Dag zijn geweest, weten dat Cruydt-Hoeck twee locaties heeft, Abbendijk 6 en Abbendijk 7. Daartussenin liggen onze teeltvelden. Het afgelopen jaar was daar al een en ander te beleven. In het voorjaar kwam er een hop op bezoek, die we ook mooi op camera hebben kunnen vastleggen, in de nazomer hadden we een paar dagen een jonge lepelaar als logé en kort daarop ook twee zwarte ooievaars. Ontzettend leuk natuurlijk, maar deze vogels waren duidelijk op weg naar een andere plek en wij hadden het korte genoegen om ze even te mogen ontvangen.
Hoewel nummers 6 en 7 aan dezelfde straat liggen, zijn de aangrenzende tuinen nét even anders. Nummer 7 heeft een klassieke boerderijtuin: een gazon, verschillende struiken langs de randen en omzoomd met een beukenhaag en leilindes. Nummer 6 heeft een natuurrijke tuin met grote bloemenweides met gemengde hagen, verschillende grotere en kleinere struiken en een groot bos aan de zijkant. Onze verwachting was dat er net iets andere vogels te zien zouden zijn.
We begonnen de telling op vrijdagochtend om 10.00 uur, tijdens onze eigenlijke koffiepauze. De stoelen stonden klaar, de verrekijkers waren uit hun hoezen gehaald en de instructie van de Vogelbescherming lag op tafel: ‘Noteer álle waarnemingen van een soort in jouw tuin, maar tel de waarneming niet bij elkaar op. Tel alleen het hoogste aantal van één soort die je tegelijk hebt gezien.’
Natuurlijk hadden we de dagen ervoor al even wat ‘steekproeven’ gedaan en toen vielen ons al de grote hoeveelheid vinken en mezen op in de boerderijtuin. Maar net als quantumdeeltjes lijken vogels zich anders te gaan gedragen zodra ze bestudeerd worden. De eerste tien minuten van de telling was een ware kwelling, waar waren al die vinken en koolmezen gebleven? We zagen alleen een buizerd overvliegen (die telt dus niet!) en een merel door de bosschages hippen, maar dat was het wel. Een kleine regenbui maakte het er niet aantrekkelijker op.
Maar toen daarna de zon een beetje doorkwam, kwamen ook de vogels tevoorschijn. Niet in de hoeveelheden als de dagen ervoor, maar wel met nieuwe soorten erbij. Op nummer 7 zagen we naast vinken, merels, Koolmezen en pimpelmezen, ook een vlaamse gaai, een koperwiek, een roodborst en twee staartmezen. Op nummer 6 twee glanskoppen, twee boomklevers, twee grote bonte spechten en een huismus. En inderdaad verschilden de soorten iets. Boomklevers en glanskoppen geven de voorkeur aan soortenrijke oudere bossen met loofbomen en koperwieken zijn juist vaker aan te treffen in weilanden en boomgaarden.
En wat denk je? Een uur na de telling daalt een zwerm sijzen neer onder de Elzenboom..
Uiteindelijk dus toch nog een mooie telling. Aangezien we op ons terrein altijd kijken hoe en waar we landschapselementen kunnen toevoegen om de diversiteit te bevorderen, kijken we nu al uit naar de telling van volgend jaar.
Boomklever
Koolmees
Glanskop
Roodborst
Vink - man