Gewone agrimonie - Agrimonia eupatoria
Gewone agrimonie - Agrimonia eupatoria
De gewone agrimonie met die fijne gele kaarsjes valt goed te combineren met gecultiveerde tuinplanten. Het is geen ruige dame zoals de welriekende agrimonie.
De gewone agrimonie met die fijne gele kaarsjes valt goed te combineren met gecultiveerde tuinplanten. Het is geen ruige dame zoals de welriekende agrimonie.
Wanneer men met de thee van Agrimonie gorgelt zou men luider gaan spreken en zingen en is daarom ook bekend onder de naam Zangerskruid.
Andere gebruikte Nederlandse namen zijn Avermonie, Drakenbloed, Edelleverkruid, Leverkruid en Verkeerde Klis.
De wetenschappelijke naam 'Agrimonia is samengesteld uit twee Griekse woorden agros (=veld) en monas (=eenzaam). Een andere uitleg is dat de naam Agrimonia afkomstig is van het Oudgriekse 'argemone, dat letterlijk vertaald 'vlek op het oog' betekent en waarmee planten werden aangeduid die heilzaam waren voor de ogen. De soortnaam eupatoria is een verwijzing naarde Pontische Koning Mithridates VI Eupator (132-64 BC), die bekend stond om zijn kruiden kennis. Ook zou het een verbastering kunnen zijn van het Griekse woord hepatorios, hepar (=lever). Gebruik: De Pontische Koning Mithridates VI Eupator (132-64 BC) zou de heilzame werking van deze plant hebben ontdekt. De plant werd eerst gebruikt om leverziekten te genezen. Later ontdekte de koning dat de plant ook geneeskrachtige stoffen bevat die gebruikt kunnen worden tegen slangenbeten.
Specificaties
| Bestuiving/nectar: | Hommels, in mindere mate bijen, zweefvliegen |
|---|---|
| Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september |
| Bloeitijd beginmaand: | mei |
| Bloeitijd eindmaand: | september |
| Bloemkleur: | Geel |
| Eigenschappen: | Heemplanten, Verfplanten |
| Grondsoort: | kalkhoudende grond, zand |
| Grondvoorkeur: | Algemene gemiddelde grond, Kalkrijke grond, Lichte grond |
| Hoogte tot: | 125 |
| Levensduur: | Vaste plant |
| Licht: | halfschaduw, zonnige plek |
| Natuurlijke groeiplaatsen: | Bosrand, Grasland, Helling |
| Vocht: | droog, vochtig |
Specifieke instructies zaaien en verzorging
Deze zaden met een sterke zaadhuid hebben tijd en verwering nodig om vocht op te kunnen nemen en te kiemen. Voorzichtig schuren van de zaden zodat de zaadhuid iets beschadigt, kan het kiemen bespoedigen. In de natuur gebeurt dit vaak door (scherp) zand dat de zaadhuid verzwakt. Dit kan door de zaden voorzichtig heen en weer te wrijven tussen schuurpapier, of door het te mengen met wat scherp zand en zo wat te wrijven. Vóór het zaaien 1-2 weken laten weken in water of zeer natte grond wil bij sommige soorten ook goed helpen. Bij een aantal soorten in deze categorie kunt u ontkieming bereiken door ze met vochtig zand te mengen en ze daar een paar weken (afhankelijk van de soort) in wegzet voordat u ze zaait.Algemene verzorginstructies
De gewone agrimonie met die fijne gele kaarsjes valt goed te combineren met gecultiveerde tuinplanten. Het is geen ruige dame zoals de welriekende agrimonie.
Wanneer men met de thee van Agrimonie gorgelt zou men luider gaan spreken en zingen en is daarom ook bekend onder de naam Zangerskruid.
Andere gebruikte Nederlandse namen zijn Avermonie, Drakenbloed, Edelleverkruid, Leverkruid en Verkeerde Klis.
De wetenschappelijke naam 'Agrimonia is samengesteld uit twee Griekse woorden agros (=veld) en monas (=eenzaam). Een andere uitleg is dat de naam Agrimonia afkomstig is van het Oudgriekse 'argemone, dat letterlijk vertaald 'vlek op het oog' betekent en waarmee planten werden aangeduid die heilzaam waren voor de ogen. De soortnaam eupatoria is een verwijzing naarde Pontische Koning Mithridates VI Eupator (132-64 BC), die bekend stond om zijn kruiden kennis. Ook zou het een verbastering kunnen zijn van het Griekse woord hepatorios, hepar (=lever). Gebruik: De Pontische Koning Mithridates VI Eupator (132-64 BC) zou de heilzame werking van deze plant hebben ontdekt. De plant werd eerst gebruikt om leverziekten te genezen. Later ontdekte de koning dat de plant ook geneeskrachtige stoffen bevat die gebruikt kunnen worden tegen slangenbeten.
Specificaties
| Bestuiving/nectar: | Hommels, in mindere mate bijen, zweefvliegen |
|---|---|
| Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september |
| Bloeitijd beginmaand: | mei |
| Bloeitijd eindmaand: | september |
| Bloemkleur: | Geel |
| Eigenschappen: | Heemplanten, Verfplanten |
| Grondsoort: | kalkhoudende grond, zand |
| Grondvoorkeur: | Algemene gemiddelde grond, Kalkrijke grond, Lichte grond |
| Hoogte tot: | 125 |
| Levensduur: | Vaste plant |
| Licht: | halfschaduw, zonnige plek |
| Natuurlijke groeiplaatsen: | Bosrand, Grasland, Helling |
| Vocht: | droog, vochtig |