Friese Meren tot Weerribben - Streektuinmengsel
Friese Meren tot Weerribben - Streektuinmengsel
Friese Meren tot Weerribben
De streek van de Friese Meren en Weerribben is een uitgestrekte zone van laagveengebieden die zich deels bevindt in Groningen – bijvoorbeeld natuurgebied de Onlanden – en vooral in het midden en zuiden van Friesland en het westelijk deel van de Kop van Overijssel, inclusief de natuurgebieden van de Weerribben en de Wieden.
Iconische plantensoorten
Waardplanten zijn respectievelijk Moeraswederik, onder andere Moerasandoorn en de Grote kattenstaart – stuk voor stuk prachtige bloeiers bij een vijver of moerasje.
Insecten uit de streek
De absolute icoonsoort van de Friese Meren en de Weerribben is de Noordse waterjuffer – een zeldzame juffersoort die in Nederland eigenlijk alleen in deze streek voorkomt. Ook de Moerasmaskerbij komt uitsluitend in de Weeribben voor. Andere bijensoorten die kenmerkend genoemd kunnen worden voor de streek zijn de Grashommel en de Moshommel, de Roodsprietwespbij en de Gewone slobkousbij, de Andoornbij en de Bonte viltbij. Die laatste drie kun je in tuinen aantreffen. Iconische nachtvlinders in het gebied zijn onder andere de rietluipaard en de spitsvleugelgrasuil. Beide soorten zijn afhankelijk van rietvelden en rietoevers. Ook de grote weerschijnvlinder komt in het gebied voor – vooral in de Kop van Overijssel.
Wat betekent dit voor jouw tuin?
Als je beschikt over een vochtig graslandje dan kan dat omgetoverd worden tot een weelderige bloemenweide, met kenmerkende soorten als onder andere Pinksterbloem, Sint-Janskruid, Moerasrolklaver, Scherpe boterbloem, Grote ratelaar, Echte koekoeksbloem en Blauwe knoop.
Zo zaai je Streektuinzaden:
+ Zaai 1 gram per vierkante meter
+ Zaai bij voorkeur in het najaar of in het vroege voorjaar
+ Maak de grond gras- en onkruidvrij
+ Meng de zaden met een ruime hoeveelheid zand en zaai in met de hand
+ Hark licht in
Zo verzorg je je Streektuin:
Zo verzorg je je Streektuin:
+ Maai of knip de planten in het najaar kort
+ Laat 15 tot 30 procent staan voor insecten en vogels
+ Maai vergraste delen ook in mei/juni
Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.
Meer lezen over de Friese Meren tot Weerribben? Klik hier
Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.
Meer lezen over de Friese Meren tot Weerribben? Klik hier
Specificaties
Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september |
---|---|
Bloeitijd beginmaand: | mei |
Bloeitijd eindmaand: | september |
Grondsoort: | veen |
Inheems/uitheems: | Inheems mengsel |
Licht: | zonnige plek |
Vocht: | droog, vochtig |
Voedselrijkdom: | voedselrijke grond |
Specifieke instructies zaaien en verzorging
Algemene verzorginstructies
Friese Meren tot Weerribben
De streek van de Friese Meren en Weerribben is een uitgestrekte zone van laagveengebieden die zich deels bevindt in Groningen – bijvoorbeeld natuurgebied de Onlanden – en vooral in het midden en zuiden van Friesland en het westelijk deel van de Kop van Overijssel, inclusief de natuurgebieden van de Weerribben en de Wieden.
Iconische plantensoorten
Waardplanten zijn respectievelijk Moeraswederik, onder andere Moerasandoorn en de Grote kattenstaart – stuk voor stuk prachtige bloeiers bij een vijver of moerasje.
Insecten uit de streek
De absolute icoonsoort van de Friese Meren en de Weerribben is de Noordse waterjuffer – een zeldzame juffersoort die in Nederland eigenlijk alleen in deze streek voorkomt. Ook de Moerasmaskerbij komt uitsluitend in de Weeribben voor. Andere bijensoorten die kenmerkend genoemd kunnen worden voor de streek zijn de Grashommel en de Moshommel, de Roodsprietwespbij en de Gewone slobkousbij, de Andoornbij en de Bonte viltbij. Die laatste drie kun je in tuinen aantreffen. Iconische nachtvlinders in het gebied zijn onder andere de rietluipaard en de spitsvleugelgrasuil. Beide soorten zijn afhankelijk van rietvelden en rietoevers. Ook de grote weerschijnvlinder komt in het gebied voor – vooral in de Kop van Overijssel.
Wat betekent dit voor jouw tuin?
Als je beschikt over een vochtig graslandje dan kan dat omgetoverd worden tot een weelderige bloemenweide, met kenmerkende soorten als onder andere Pinksterbloem, Sint-Janskruid, Moerasrolklaver, Scherpe boterbloem, Grote ratelaar, Echte koekoeksbloem en Blauwe knoop.
Zo zaai je Streektuinzaden:
+ Zaai 1 gram per vierkante meter
+ Zaai bij voorkeur in het najaar of in het vroege voorjaar
+ Maak de grond gras- en onkruidvrij
+ Meng de zaden met een ruime hoeveelheid zand en zaai in met de hand
+ Hark licht in
Zo verzorg je je Streektuin:
Zo verzorg je je Streektuin:
+ Maai of knip de planten in het najaar kort
+ Laat 15 tot 30 procent staan voor insecten en vogels
+ Maai vergraste delen ook in mei/juni
Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.
Meer lezen over de Friese Meren tot Weerribben? Klik hier
Ga je niet direct zaaien? Bewaar de zaden dan op een droge, koele, donkere plek.
Meer lezen over de Friese Meren tot Weerribben? Klik hier
Specificaties
Bloeimaanden: | mei, juni, juli, augustus, september |
---|---|
Bloeitijd beginmaand: | mei |
Bloeitijd eindmaand: | september |
Grondsoort: | veen |
Inheems/uitheems: | Inheems mengsel |
Licht: | zonnige plek |
Vocht: | droog, vochtig |
Voedselrijkdom: | voedselrijke grond |